Samenwerkingspartners
Voor veel sporters is het omlaag brengen van vetmassa een belangrijk doel. Fitnesstrainers laten hun sporters in dat geval vaak krachttraining doen, maar is dat wel terecht? De gedachte hierbij is dat krachttraining zorgt voor meer spiermassa en dat dit vervolgens zorgt voor een hogere ruststofwisseling. De energie die het lichaam nodig heeft voor deze ruststofwisseling komt voort uit de verbranding van vetten. Hoe hoger de ruststofwisseling, hoe meer vetverbranding. Klink goed toch?
In principe klopt bovenstaande, maar laten we eens wat dieper in de materie duiken. Stel, je sporter krijgt door training 1 kilogram extra spiermassa. Wat betekent dit dan voor zijn ruststofwisseling? Deze zal naar schatting 10 tot 15 calorieën stijgen. Per 24 uur. Wetende dat 1 kilogram vetmassa zo’n 7000 calorieën bevat kunnen we stellen dat dit een verwaarloosbare invloed heeft op het verminderen van de vetmassa.
De vetmassa omlaag brengen draait voor meer dan 95% om voeding. Daarbij dien je te streven naar een gezond voedingspatroon met een (licht) negatieve energiebalans. Moeten we dan maar stoppen met het aanbieden van krachttraining voor mensen die willen afslanken of afvallen? Wat ons betreft niet. Krachttraining heeft namelijk een aantal andere belangrijke effecten:
Genoeg redenen om krachttraining aan je sporters aan te bieden, maar het argument vetverbranding kun je in dit kader dus achterwege laten.