Terug naar het overzicht

Het belang van doelen stellen

Het behalen van trainingsresultaat is één van de belangrijkste redenen voor mensen om te blijven sporten. Om tot optimaal resultaat te komen dien je gericht te trainen. En je kunt pas gericht trainen als je weet waar je naartoe wilt werken. In dit blog 3 tips bij het stellen van trainingsdoelen:

1. Wees realistisch
Veel sporters stellen zichzelf veel te ambitieuze doelen. Aan de ene kant overschat men vaak de hoeveelheid fysieke progressie door training en aan de andere kant wordt de inspanning die hiervoor moet worden geleverd onderschat. Stelt een sporter zichzelf een onrealistisch doel dan betekent dit dat hij of zij op zeker moment de motivatie verliest doordat het gewenste trainingsresultaat uitblijft.

Aan jou als fitnessprofessional de taak om, samen met je sporter kritisch te kijken naar wat haalbaar en acceptabel is. Dit baseer je op beginsituatie en de persoonlijke omstandigheden van je sporter. Denk bijvoorbeeld aan:

  • Hoe getraind en hoe fit is de sporter?
  • Is er sprake van beperkende factoren?
  • Hoe vaak per week kan je sporter trainen?
  • Hoe gemotiveerd is de sporter om de gestelde doelen te bereiken?

2. Wees specifiek
Een valkuil bij het stellen van doelen is dat ze vaak te algemeen zijn. “Ik wil mijn conditie verbeteren” geeft richting, maar onvoldoende informatie om progressie goed te kunnen monitoren. Zorg ervoor dat je het trainingsdoel specifiek maakt. Wat bedoelt de sporter met ‘conditie’? Gaat het om het verbeteren van uithoudingsvermogen, of ook om andere grond motorische eigenschappen? Maak het doel daarnaast meetbaar. Voor het verbeteren van het uithoudingsvermogen wil je bijvoorbeeld weten hoe lang een sporter een inspanning op een bepaalde intensiteit (bijv. uitgedrukt in percentage van de HFmax) kan volhouden. Tenslotte is het belangrijk om vast te stellen wanneer het doel bereikt moet zijn, maak je doelstelling dus ook tijdsgebonden.

3. Stel procesdoelen
Dat brengt ons bij tip nummer 3. Veel trainingsdoelstellingen zijn voor de lange termijn, iets wat na 6 maanden of langer bereikt kan zijn. Een nadeel van een doel dat zo ver weg ligt is dat je sporter focus en/of motivatie kan verliezen. In zo’n situatie kunnen procesdoelen een oplossing zijn. Een procesdoel gaat niet over wat maar over hoe iemand iets gaat bereiken. Om tot een bepaald resultaat te komen kan het zijn dat het nodig is dat iemand eerst zijn beweegpatroon drastisch moet wijzigen. In dit geval zou je bijvoorbeeld het volgende procesdoel kunnen formuleren: “De komende maand ga je 3x per week een fitnesstraining uitvoeren”. Dit leidt natuurlijk niet direct tot het gestelde lange termijndoel, maar is wel een eerste noodzakelijke stap in die richting. Door met procesdoelen te werken kun je je sporter ook op korte termijn een succeservaring geven, wat erg belangrijk is voor de motivatie.

Ons advies is dan ook om, naast het lange termijndoel, altijd met korte termijndoelen te werken. Voor de korte termijn zou je bijvoorbeeld iedere 4 tot 6 weken een nieuw doel kunnen bepalen. Personal Trainers doen er daarnaast goed aan om ook voor iedere afzonderlijke training een lesdoelstelling te formuleren.

Samenwerkingspartners